Het Catshuis en park Sorghvliet
Nederland heeft zijn eigen 'Witte Huis'. En dat ligt in Den Haag. Dit huis, het Catshuis, is de ambtswoning van de premier van Nederland. Het is niet zomaar een huis. De geschiedenis van het Catshuis gaat terug tot in de 17de eeuw.
Slapen in het Catshuis
Sinds 1963 is het Catshuis, ons 'Witte Huis', de ambtswoning van de minister-president en het ontvangstcentrum van de regering. Tot ongeveer 1961 werd het Catshuis, gelegen aan de Adriaan Goekooplaan 10, bewoond door Adriaan Goekoop jr. en zijn gezin. Een gedeelte was in gebruik als balletschool door Ballet Marjo van Puck Goekoop-Santhagens.
Op de eerste verdieping is tegenwoordig een volledig ingericht privé-appartement beschikbaar voor de premier. De laatste minister-president die er echt heeft gewoond is Dries van Agt, eind jaren ‘70. Toen Ruud Lubbers in 1982 minister-president werd nam hij het besluit om daar niet zelf te gaan wonen. En dat geldt ook voor alle minister-presidenten die na hem kwamen. De laatste jaren wordt het Catshuis vooral gebruikt als representatieve ontvangstruimte voor de minister-president en zijn kabinet.
Huis Sorghvliet
Het huis kent een lange geschiedenis. Gelegen aan de weg van Den Haag naar Scheveningen (Adriaan Goekooplaan 10), is het Catshuis in de 17de eeuw gebouwd door de stadsarchitect Claes Dircx van Balckeneynde voor Jacob Cats (1577-1660), een vooraanstaand dichter en politicus. Cats nam op 14 juli 1652 zijn intrek in Huis Sorghvliet, zoals hij het zelf noemde. De naam Sorghvliet geeft aan dat hier de zorgen van raadspensionaris Jacob Cats over 'besturen van de Republiek' hier vervlogen.
Park Sorghvliet
Het mooie witte classicistische landhuis, met in het fronton het wapen van Jacob Cats, wordt omgeven door een uitgestrekt landgoed, het huidige park Sorghvliet. Jacob Cats was een groot liefhebber van tuinieren en het kweken van inheemse en uitheemse planten en kruiden. Alle kamers op de begane grond hebben dan ook uitzicht op de tuin. Dwars door het terrein loopt de Haagse Beek. Het water daarvan werd gebruikt voor zijn classicistische Hollandse tuin, de bagger voor mest en het zand voor het aanleggen van wallen, om de tuin tegen stuifzand te beschermen. De omgeving bestond immers nog uit woeste duingronden. Het park strekte zich uit van de Laan van Meerdervoort en de Groot Hertoginnelaan tot aan het Van Stolkpark.
Beroemde tuinen
In 1675 kwam het landgoed Sorghvliet in bezit van Hans Willem Bentinck, kamerheer van de latere koning-stadhouder Willem III (1650-1702). Zijn zoon, Willem Bentinck, liet in 1738 midden op het dak van het Catshuis in de klokkentoren een bronzen klok plaatsen.
In de 18e eeuw waren de tuinen en de menagerie van Sorghvliet beroemd tot ver buiten de grenzen van Den Haag. Zij waren vergelijkbaar met die van Paleis Het Loo in Apeldoorn.
Het Catshuis is ook enige tijd eigendom geweest van Koning Willem II (1792-1849). Hij kocht het landgoed met de bedoeling er een paleis op te bouwen. Uiteindelijk besloot hij het huis ingrijpend te verfraaien. De tuinen, berceaus, fonteinen en oranjerie werden vervangen door een uitgestrekt gazon. Willem II heeft nooit zelf in het Catshuis gewoond.
Particulier bezit
Meer dan de helft van het inmiddels 600 hectare grote gebied is na de dood van Willem II in particulier bezit gekomen. De eigenaar, Adriaan Goekoop, liet een groot deel van het duinbos kappen en vervolgens werd het Statenkwartier aangelegd, één van de mooiste 19e eeuwse wijken van Nederland.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het Catshuis zwaar bewaakt en ontoegankelijk omdat er een Duitse spionnenopleiding gevestigd was, de Agentenschule West die onder leiding stond van de Nederlandse SS-er Koos Sprey. Het Catshuis is toen ook bezocht door Otto Skorzeny, Heinrich Himmler en de pro-Duitse grootmoefti van Jeruzalem, Al Hoesseini. De tuin is zwaar beschadigd toen er een tankgracht in werd gegraven (de Atlantik Wall).
Geschiedenis van het Catshuis in het kort
1837: De prins van Oranje koopt Zorgvliet. Hij volgt in 1840 als koning Willem II zijn vader op.
1865: Prinses Sophie erft Zorgvliet van haar moeder Anna Paulowna, sinds 1849 weduwe van Willem II.
1895: Prinses Sophie verkoopt 73 hectare duingrond aan Adriaan Goekoop. Dit gedeelte van het landgoed Zorgvliet zal later grotendeels het Statenkwartier vormen.
1943–1944: De Duitsers confisqueren het Catshuis en vestigen er een spionnenschool, de SS Agentenschule West, onder leiding van de Nederlandse SS-er Koos Sprey.
1946–1961: Na de oorlog krijgt Adriaan Goekoop het Catshuis weer in bezit. Zijn vrouw vestigt hier Balletschool Marjo
1961: Goekoop verkoopt het Catshuis aan de Staat der Nederlanden.
1963-heden: Het Catshuis is de officiële ambtswoning van de Nederlandse premier.
Locatie
Het Catshuis ligt aan de Adriaan Goekooplaan 10, Den Haag
Volgend artikel: Kurhaus een gebouw met een rijke geschiedenis
Vorig artikel: Nationaal Monument op Plein 1813